6 februari 2025
Het gebruik van klachten- en klokkenluidersregelingen neemt significant toe. Vertrouwenspersonen, klachtencommissies en integriteitsfunctionarissen hebben hun handen vol aan casuïstiek. Gelukkig maar, zou je zeggen? Eindelijk wordt er gemeld en durft men grensoverschrijdend gedrag te melden. Zeker, dit is de grote winst van de enorme maatschappelijke aandacht voor het thema. Organisaties hebben meer en meer hun beleid op orde, vertrouwenspersonen staan in positie en ook preventie werpt veel vruchten af. Toch is er ook een schaduwzijde. Het oneigenlijk, doelbewust misbruiken van al de voorzieningen die in de loop der jaren zijn opgebouwd. En het komt geregeld voor, steeds vaker zelfs. Vaak ook als laatste toevluchtsoord voor medewerkers die zo overhoop liggen met hun eigen organisatie dat men of grensoverschrijdend gedrag of een vermeende misstand aangrijpt om de organisatie nog eens flink dwars te zitten. En reken er maar op dat er met een beroep op dit soort regelingen de boel fiks wordt vertraagd of er enorme beroering wordt veroorzaakt. Helemaal ingewikkeld wordt het als een medewerker de pijlen richt op (leden van) de Raad van Bestuur als vermeende veroorzakers van of ongewenst gedrag of het vermeend laten voorbestaan van missstanden. Want dan moet een Raad van Commissarissen of een Raad van Toezicht in stelling komen. En zitten die met de kwestie. En met al die regelingen. En natuurlijk is het winst dat die regelingen er zijn en moeten worden nageleefd. Maar laten wij wel alert blijven op echte melders van ongewenst gedrag of misstanden. Want anders worden het regelingen waarmee men elkaar gegijzeld kan houden in een steeds grimmiger juridisch steekspel met alleen maar verliezers.
Ernst-Jan Schubad