8 november 2023
In veel klachtreglementen ongewenst gedrag van werkgevers heeft mediation nog geen vaste plek. In door ons ontwikkelde klachtenregelingen nemen wij meer en meer op ‘de klachtencommissie is in iedere fase van de procedure gerechtigd bij partijen de bereidheid tot mediation af te tasten en/of andere vormen van conflictoplossing aan te bieden.
De inzet van en bereidheid tot mediation of een andere vorm van conflictoplossing kan dan op grond van de in een klachtenregeling opgenomen artikel door de klachtencommissie worden verkend. In sommige klachtkwesties blijkt mediation tot goede oplossingen te kunnen leiden. Zeker niet in alle klachtzaken, vaak veroorzaakt door aard, ernst en duur van het ongewenst gedrag. De klager ziet om deze redenen niets in mediation; is te gekrenkt, gekwetst of beschadigd. Men zoekt, of kan niet zoeken, naar oplossingen door in gesprek te gaan met degene die de veroorzaker is van het ervaren leed. Ook de beklaagde wil dit soms niet, teveel aangedaan door de situatie. Klager en beklaagde willen maar één ding; een uitspraak van de commissie over de (on)gegrondheid van de klacht.
In de gevallen waar het wel kan en lukt kunnen slepende klachtzaken vermeden en worden er weer werkbare oplossingen gevonden. Omdat deze oplossingen vastgelegd worden in schriftelijke afspraken, geeft dit vaak voor klager, aangeklaagde en de organisatie weer een werkbaar handvat naar de toekomst.
En: de klachtencommissie houdt de klachtzaak ook aan, terwijl mogelijke oplossingen worden verkend. Het is dus niet zo dat de klacht definitief van de baan is. Mocht de de-escalatie door middel van andere vormen van conflictbeslechting niet lukken, dan kan klager altijd teruggrijpen op zijn eerder ingediende klacht en behandeling hiervan vragen.