2 april 2014
Voor de derde keer ga ik naar de conferentie van de International Association on Workplace Bullying and Harassment (IAWBH). Opgericht als internationaal platform voor academics, onderzoekers op universiteiten, die informatie uitwisselen over de nieuwste onderzoeken naar bullying at work en sinds een aantal jaren ook toegankelijk voor practitioners als wij die organisaties adviseren over beleid, cursussen geven en binnen organisaties onderzoek doen. Nu in Milaan. Van 17-21 juni 2014. Op de Università degli studi di Milano. Het gebouw is zo mooi als de naam klinkt. 16de eeuws met een binnentuin in het centrum van de stad. 230 deelnemers van over de hele wereld waarvan vijf van Bezemer & Schubad.
In vier dagen 5 keynote speakers, 115 oral sessions, 40 poster presentations en 9 special interest groups.
In mijn special interestgroup over riskmanagement discussiëren we over strategische concepten: is het bijvoorbeeld een goed idee om van bullying een business case te maken? Net als van andere riskfactors on health and safety. Een Amerikaanse deelnemer denkt organisaties middels berekeningen als return on investment te overtuigen van het belang van beleid. In mijn beste Engels betrek de stelling dat een werkplek vrij van discriminatie en seksuele intimidatie niet alleen een health and safety kwestie is maar ook van human rights. In onze Arbowet moeten organisaties zich optimaal inspannen om ongewenste omgangsvormen te voorkomen dan wel te beperken maar onze wetgeving inzake gelijke behandeling kent een zero tolerance. Uitgangspunt is dat een werkplek vrij van discriminatie een mensenrecht is – een doel op zich dus- ook als het geld zou kosten. Concepten als business case gebruik ik natuurlijk ook, je moet een beetje praktisch zijn, maar het is niet het hele verhaal….. Om Kant te parafraseren: humans are not resources.
Morton Nielsen een jonge onderzoeker van de Universiteit van Bergen in Noorwegen houdt wat mij betreft het beste verhaal: ‘What do we know so far’ en presenteert een onderzoeksagenda voor de komende periode zoals: welke factoren bepalen dat de impact van ongewenste omgangsvormen bij sommige mensen groter is dan bij andere? Wat beïnvloedt de prevalentie van ongewenste omgangsvormen binnen organisaties en wat zijn evidence based interventies om ongewenst gedrag aan te pakken? Morton Nielsen, een naam om te onthouden…….
De voorlopige resultaten van een onderzoek van professor Ståle Einarsen geven aan in welke richting we antwoorden moeten zoeken: in organisaties waar de leiding conflicten op een faire wijze oplost, werknemers de werkplek als een safe place to be ervaren blijkt de impact van bullying relatief gering. En -een mooie bijkomstigheid- de betrokkenheid van werknemers bij het werk is daar het grootst. Maar zo simpel als het klinkt zo ingewikkeld lijkt mij de operationalisering. Want wat doen we dan aan het oprukken van het Angelsaksische business model ten koste van ‘ons’ Rijnlandse? Shareholdersbelang versus stakeholdersbelang?
Tussendoor is er het WK voetbal. Op de avond van de wedstrijd Nederland-Australië heb ik een werkdiner met een groepje waarin acht Australiërs zitten. Ik ben de enige Nederlander in het gezelschap en heb geen idee hoe voetbalgek zij zijn. Ook aimabele mensen kunnen veranderen in ongenietbare types als hun ‘kluppie’ verliest weet ik uit mijn eigen omgeving. Een van de oral presentations gaat over ongewenst gedrag binnen ideële organisaties, Ngo’s als Greenpeace en Amnesty. Ook wereldverbeteraars –en daar schaar ik de leden van de IAWBH gemakshalve ook maar onder- blijken niet zonder zonden op dit terrein. Een van de keynote speakers vroeg de zaal ook wie zich wel eens grensoverschrijdend heeft gedragen op het werk. Net als de meesten ben ik te schijterig om mijn vinger op te steken en hij adviseert een cursus reflecterend vermogen. Maar voetbal roept bij mij geen emoties op (het leukst aan het WK vind ik dat er elke dag een krimi op tv is). Als we aan tafel gaan is de wedstrijd bijna afgelopen. Australië lijkt te winnen dus geen saggerijn bij mijn tafelgenoten. De volgende ochtend ontloop ik hen bij de koffie…..
Verder volg ik presentaties over cyberbullying en denk ‘oh, ja daar moeten wij ook meer aandacht aan besteden’, herken ik dilemma’s van een Canadese practitioner die net als wij onderzoek doet naar concrete klachten over ongewenste omgangsvormen: hoe ga je om met de privacybelangen van een klager en een aangeklaagde en het belang van optimale transparantie voor een afdeling waar de casus speelt.
Net als de vorige keren wordt aan het einde van de conferentie afgesproken dat ‘we contact houden’. Ondanks alle moderne communicatiemiddelen blijkt dat in de praktijk tot nu toe moeilijk. Een presentatie in real life, een face to face gesprek, een discussie ‘met de benen op tafel’ levert meer op dan een discussieplatform op Linkedin of een conference call nog los van de praktische problemen om dat te organiseren met al die verschillende tijdzones. Dus wordt vervolgd over twee jaar waarin de universiteit van Auckland in Nieuw Zeeland de gastheer zal zijn.
Alie Kuiper